Fotograferen in de Natuur

verwondering leren omzetten in foto's met een wow-gevoel
fotograferen in de natuur

Als je in de kou gaat fotograferen, dan vraagt dit om een aantal praktische maatregelen.
In dit artikel geef ik je 10 tips voor als jij deze winter met de camera op pad gaat, of dit nou in Nederland is of in een extreem koud gebied.

 

Met plezier kunnen fotograferen in de kou valt of staat met een goede voorbereiding. Wanneer je het koud hebt, is het leuke van het fotograferen er snel vanaf. En bovendien kun je je dan niet concentreren op het maken van mooie beelden.

 

1. Kleding in laagjes

Allereerst is het belangrijk dat je je warm genoeg kleedt. Door kleding in verschillende laagjes te dragen, staat de lucht hiertussen stil. Dit geeft een goede isolerende werking.

Het aantal laagjes kun je aanpassen op de activiteiten die je gaat doen. Het maakt natuurlijk veel uit of je een paar uur stil staat, of door de sneeuw gaat lopen. Als je het namelijk te warm krijgt, ga je zweten en als je vervolgens weer stil staat koel je heel snel af.

In koude omstandigheden draag ik meestal het volgende.

Bovenkleding:
– Hemdje
– Thermoshirt met lange mouwen
– Fleecevest/trui
– Eventueel een donsjasje
– Wind- en waterdichte winterjas

Onderkleding:
– Warme sokken
– Lange thermobroek
– Skibroek
– En eventueel nog een regenbroek

Hoofd:
– Bivakmuts (houdt ook je oren en nek lekker warm)
– Fleecemuts
– Eventueel de gevoerde capuchon van m’n winterjas
– Eventueel een vette lippenbalsem

 

kleding tegen de kouTijdens deze situatie was het wel koud, maar niet extreem. Ik fotografeer zonder muts en handschoenen (er waren al twee paar doorweekt in de ochtend), maar de overschoenen zijn wel erg comfortabel. Foto gemaakt door Marjo Bouwsma in Japan.

 

2. Extremiteiten

Het is heel belangrijk om je extremiteiten goed warm te houden. Wanneer je handen en voeten eenmaal koud zijn, is het lastig om ze weer op te warmen.

Als je voeten koud worden, dan krijg je het vaak over je hele lichaam koud. Het is daarom echt van belang om te investeren in warme, waterdichte schoenen of laarzen.

Zelf draag ik mijn “gewone” bergschoenen. Hiermee stap ik vervolgens in isolerende overschoenen, waarvan ik de rand kan uitrollen tot net onder m’n knie. Zodat er geen sneeuw in m’n schoenen kan vallen.

Over de overschoenen doe ik vervolgens nog “snowsteps”. Dit zijn een soort spikes voor onder je schoenen, zodat je minder snel uitglijdt op ijzige ondergronden.

Voor m’n handen gebruik ik het liefste mijn winddichte, gevoerde handschoenen met e-tips. Met deze handschoenen kan ik mijn camera nog goed bedienen. En door de e-tips kan ik ook mijn telefoon nog gewoon gebruiken, om bijvoorbeeld lange sluitertijden te timen.

Wanneer ik langer stil sta, of bij extreme kou, maak ik liever gebruik van mijn wanten. Wanten zijn warmer dan handschoenen, omdat je vingers bij elkaar zitten.

Mijn wanten kan ik openritsen tussen de duim en de wijsvinger. Zo kan ik even een instelling aan m’n camera veranderen. En daarna gauw m’n vingers weer in de warme want doen, zonder de want helemaal uit en aan te hoeven doen.

Onder m’n wanten draag ik dunne handschoenen, ook wel liners genoemd. Zo voorkom ik dat ik met mijn blote handen de ijskoude apparatuur aan hoef te raken bij het instellen van m’n camera.

 

3. Accu’s en batterijen in de kou

Accu’s en batterijen houden niet van kou. Ze verliezen dan snel hun capaciteit. Zorg dus voor extra accu’s en/of batterijen, zodat je de lege exemplaren kunt vervangen als dat nodig is.

Bewaar de accu’s en batterijen op een warme plaats, het liefst dicht tegen je lijf aan. Op die manier zijn ze niet al leeggelopen, voordat je ze in je camera stopt. En soms helpt het ook om een “lege” batterij even op te warmen en kun je er daarna nog een paar foto’s mee maken.

Zorg verder dat je zo min mogelijk stroom verbruikt. Ga dus niet uitgebreid je foto’s bekijken via het LCD-scherm. En wanneer het (vrij) donker is wanneer je fotografeert, zet dan de helderheid van het LCD-scherm laag. Dit bespaart energie en je ogen hoeven in het donker niet steeds te schakelen tussen het hele lichte scherm en de donkere omgeving.

 

gevoel van kou tijdens het blauwe uurtjeDeze foto, die ik maakte tijdens het blauwe uurtje, straalt voor mij kou uit. IJsland.

 

4. Condensvorming

Iets anders waar je rekening mee kunt houden in extreem koude omstandigheden is condens. Je warme adem condenseert tegen je koude apparatuur. Probeer dus tijdens het maken van een foto je adem in te houden. Zo voorkom je dat je gecondenseerde adem op je LCD-scherm en je oculair bevriest en je niks meer ziet.

Ook kun je sneeuw of een vuiltje dus niet even van je objectief af blazen. Omdat ook dan je adem condenseert en bevriest op je frontlens. En dan kun je vervolgens helemaal niet meer fotograferen. Wanneer ik in de sneeuw fotografeer, gebruik ik graag mijn zonnekap om sneeuw op de frontlens te voorkomen.

Ook wanneer je je camera meeneemt van buiten naar binnen, kan condens ontstaan. In het meest ongunstige geval gebeurt dit in je objectief of body. Laat daarom je camera het liefste gewoon in je fototas zitten en laat hem rustig op temperatuur komen.

Vaak laat ik mijn fototas op een wat koelere plaats liggen, bijvoorbeeld in de hal. Zo zijn de temperatuurswisselingen als je je spullen weer mee naar buiten neemt het kleinst.

 

5. Statief en draadontspanner

Wanneer je foto’s maakt waarbij je niet constant volledig van positie verandert, dan vind ik het heerlijk om te werken vanaf statief. Ik maak hier vaak gebruik van bij landschapsfotografie. En wanneer ik in de nacht fotografeer, bijvoorbeeld het noorderlicht, dan is een statief onmisbaar.

Een draadontspanner voorkomt trillingen in je camera wanneer je afdrukt. Vooral wanneer je handschoenen of wanten aan hebt, is dit makkelijk.

Mijn persoonlijke voorkeur gaat duidelijk uit naar een draadontspanner boven een afstandsbediening. Dit is omdat een draadontspanner geen batterijen heeft en die dus ook niet leeg kunnen raken in de kou. Mocht jij wel met een afstandsbediening werken, vergeet dan geen reservebatterijen hiervoor mee te nemen.

 

noorderlicht fotograferen in de kouNoorderlicht boven een besneeuwd landschap. Lofoten, Noorwegen.

 

6. Landschappen in de winter

De winter is een uitstekende tijd voor het fotograferen van landschappen. Sneeuw en rijp kunnen de prachtigste taferelen vormen. Maar ook wanneer het landschap niet onder een witte deken ligt, is het interessant om eropuit te gaan. De bomen steken bijvoorbeeld als pentekeningen prachtig af tegen de achtergrond.

Een ander voordeel in de winter is de laagstaande zon. Het licht is midden op de dag minder fel. En door de lage invalshoek van het licht kun je de textuur of structuur van je onderwerp goed naar voren laten komen.

Wanneer je het leuk vindt om tijdens het blauwe en het gouden uurtje te fotograferen, dan heeft de winter ook een groot voordeel. Je hoeft een stuk minder vroeg je bed uit dan in de zomer 🙂

 

laagstaande zon toont structuurDe laagstaande winterse zon toont de structuur in de steentjes en het ijs. IJsland.

 

7. Vormen en lijnen

In de winter is het ook fijn om aan de slag te gaan met “intieme landschappen” en details in de natuur.

Donkere takken met sneeuw kunnen bijvoorbeeld prachtige grafische beelden opleveren. Een dun laagje rijp transformeert alledaagse dingen opeens in iets interessants. En als de vorst zorgt voor een laagje ijs op plassen en ander water, zijn hier vaak de mooiste details in te zien.

Het gebruik van vormen en lijnen kan mooie abstracte beelden opleveren. Maar sterke lijnen zijn ook interessant in (intieme) landschappen. Ze leiden het oog van de kijker door het beeld.

 

vormen en lijnen in het ijsDetail van een deels bevroren riviertje met prachtige lijnen en vormen. IJsland.

 

8. Sneeuw

Ga je fotograferen in een witte wereld? Dan zijn er twee dingen om rekening mee te houden.

Allereerst de belichting. De belichtingsmeter van je camera is geijkt op een “gemiddelde” situatie. In de sneeuw is het veel lichter dan gemiddeld, waardoor de belichtingsmeter waardes aangeeft die te donkere foto’s opleveren. Je moet dus overbelichten om een goede belichting te krijgen.

Daarnaast moet je rekening houden met de witbalans. Op een zonnige dag met een blauwe lucht kan de sneeuw, met name in de schaduwen, een blauwzweem krijgen. Om de sneeuw weer wit te laten lijken, kun je een warmere witbalans kiezen. Zet daarvoor de witbalans bijvoorbeeld op “bewolkt”.

 

sneeuw en kouMooi lijnenspel in een sereen sneeuwlandschap. Japan.

 

9. Alles duurt langer in de kou

Wanneer het koud is duurt alles langer.

Je moet meer lagen kleding aantrekken. Misschien moet je de ruiten van je auto nog krabben. En rijden gaat trager als het wegdek glad is.

Ook kost het meer moeite om op de plaats van bestemming te komen als je door de sneeuw moet ploegen met je spullen op je rug. En als je er eenmaal bent, is het lastiger om je camera op statief te zetten en in te stellen, omdat je handschoenen of wanten aan hebt.

Houd er dus rekening mee dat alles langer duurt.

 

10. Zorg goed voor jezelf

Tot slot het belangrijkste punt: zorg goed voor jezelf.

Neem een thermos met iets warms te drinken mee en eten waar je veel energie uit haalt.

En ga je in je eentje op pad in een wat afgelegen gebied? Neem dan een telefoon mee (in de hoop dat je bereik en een volle accu hebt, als je hem nodig hebt). En laat ook aan iemand weten dat je daarheen gaat en wanneer je weer terug bent.

Veiligheid voor alles!

Ik wens je heel veel plezier met fotograferen in de kou 🙂

Vond je het artikel interessant?

Ik lees hieronder graag wat je van het artikel vindt!

Als je het met plezier gelezen hebt, dan vind ik het super als je het artikel deelt via je social media.
En over social media gesproken. Rechts bovenaan de pagina (in de side bar) zit een knop om Fotograferen in de natuur te liken op Facebook (als je dat nog niet gedaan hebt).

Heb je nog vragen over het artikel? Laat ze dan ook even hieronder achter.